Tekenbeet

Een teek is een klein, bruinzwart spinachtig diertje, zo groot als een speldenkop. Het zit op lage begroeiingen in bossen, velden, stadsparken en tuinen. Een teek kan zich aan de huid hechten om bloed op te zuigen. Als het beest vol bloed zit, is het ongeveer zeven tot elf millimeter groot en valt het op de grond.
Tekenbeten zijn niet pijnlijk, waardoor je ze niet opmerkt. Vaak ontstaat op de plaats van de tekenbeet kort erna een rood vlekje. Het wordt meestal niet groter dan twee centimeter en verdwijnt binnen twee weken.
Een minderheid van de teken is besmet met een bacterie die de ziekte van Lyme kan veroorzaken. Om de bacterie over te brengen moet de teek minstens twaalf uur aan de huid vastgehecht blijven. Niet alle besmette personen ontwikkelen de ziekte van Lyme. Velen genezen bovendien spontaan.
Krijg je rode vlekken, hoofdpijn en/of pijn in de ledematen, moet je zo snel mogelijk een arts raadplegen. Een bloedanalyse zal uitwijzen of je een besmetting hebt opgelopen. In dat geval krijg je een aangepast antibioticum voorgeschreven.
Sommige teken kunnen een virus overbrengen dat een ontsteking van de hersenen en hersenvliezen kan veroorzaken. Deze ziekte, FSME (Frühsommer Meningo-Enzephalitis), komt bij ons niet voor, maar wel in bosrijke streken in Centraal- en Oost-Europa en in sommige gebieden van Noord-Europa. Slechts een kleine minderheid van de teken in al deze gebieden zijn besmet met het virus.
Het virus kan al zeer snel na de tekenbeet worden overgedragen. Als het om een besmette teek gaat, is de overdracht van het virus vaak reeds gebeurd op het ogenblik dat de teek wordt opgemerkt.
Aangezien het om een virale infectie gaat, zijn antibiotica niet werkzaam tegen tekenencefalitis.
Maatregelen om tekenbeten te voorkomen zijn hier dus erg belangrijk. Tegen tekenencefalitis bestaat wel een vaccin dat preventief kan werken.
Voor meer informatie verwijzen we naar de website van het tropisch instituut : www.itg.be .
Hoe voorkomen?
- Blijf op de paden om contact met begroeiingen te vermijden. Vermijd lopen door hoog gras.
- Bescherm je huid met kleding en schoenen: draag een lange broek en stop je broekspijpen in je sokken.
- Gebruik eventueel insectenwerende producten op basis van DEET (Diethyl toluamide). Ze garanderen echter geen absolute veiligheid en werken maar gedurende enkele uren. Omdat DEET bestaat in verschillende vormen en concentraties, vraag je het best raad aan je apotheker. Het product kan ook schadelijk zijn, bijvoorbeeld tijdens de zwangerschap, als je borstvoeding geeft of bij jonge kinderen.
Controleer, na een verblijf in de natuur, zorgvuldig je hele lichaam. Kijk vooral op warme, vochtige plekken zoals oksels, liezen, knieholtes, bilspleet en vooral bij kinderen ook op het hoofd, achter de haargrens en achter de oren.
Merk je een teek, verwijder hem dan meteen. Gebeurt dit binnen 24 uur, is de kans dat je besmet wordt klein.
- Verdoof of ontsmet de teek niet met alcohol, olie, nagellak of andere middelen. Want dat doet het risico op besmetting toenemen.
- Grijp de teek met een tekentang, een pincet of twee vingers. Neem hem vast bij de kop, zo dicht mogelijk tegen de huid. Trek hem voorzichtig in een rechte beweging uit de huid en zorg ervoor dat je zijn lijf niet samenknijpt.
Als de kop van de teek hierbij afbreekt en er een stukje in de huid achterblijft, is dat niet erg. Het resterende stukje zweert er, net als een splinter, vanzelf weer uit. - Maak na het verwijderen van de teek het wondje schoon met water en zeep en ontsmet het daarna met een product op basis van alcohol (70 %) of met een product op basis van chloorhexidine.
Noteer de datum van de tekenbeet. Eventuele symptomen in geval van besmetting kunnen pas een hele tijd later optreden.
Hou de plaats van de tekenbeet de eerste drie weken na verwijdering goed in het oog. Indien er een groter wordende ronde vlek ontstaat contacteer je zo snel mogelijk je huisarts.
Bron CM website